078 05 05 23
Kies je dier
Kies je dier

Parasitaire besmettingen kunnen van jaar tot jaar enorm variëren. Daarom is het ten zeerste aangewezen om jouw dieren hier jaarlijks op te evalueren. Het begin van de opstalperiode is hiervoor een ideaal moment.

Dankzij die evaluatie sla je drie vliegen in één klap, want je komt te weten:

  • of een opstalbehandeling nodig is,
  • of de uitgevoerde controle op parasieten van het voorbije jaar voldoende was
  • hoe je volgend jaar op jouw bedrijf aan parasitaire bestrijding wil doen. Aangezien deze bestrijding altijd bedrijfsspecifiek is, overleg je dit het beste met jouw bedrijfsdierenarts.

Verschillende soorten schurftmijt

Een vaak voorkomende uitwendige parasiet bij runderen is de schurftmijt. Er zijn verschillende soorten mijten die elk een eigen ziektebeeld geven. Bij melkvee wordt nu en dan de mijt Chorioptes bovis vastgesteld. Deze veroorzaakt ‘pootschurft’ met meestal een vrij goedaardig verloop.

De Psoroptes ovis-mijten komen voor op 75% van de Vlaamse bedrijven met vleesvee. Deze mijten zorgen vooral bij het Belgisch witblauw voor matige tot zware problemen. Ze veroorzaken ‘natte schurft’, een allergische huidontsteking met knobbels, vochtige korsten, kaalheid en een grove huid vooral ter hoogte van schoft, rug en staartbasis. Door de sterke jeuk gaan de dieren schuren en dat kan voor bijkomende letsels zorgen. Psoroptes-schurft veroorzaakt bij jonge opgroeiende dieren dagelijks 30 gram groeiverlies per procent aangetast huidoppervlak. Behandelen tegen schurft komt dus niet enkel het welzijn van de dieren, maar ook de productie ten goede.

Schurft bestrijden en voorkomen

Merk je dat jouw dieren zich regelmatig schuren of dat ze zichzelf of elkaar likken? Contacteer dan je bedrijfsdierenarts om ze te onderzoeken op schurft. Doe dit ook als jouw dieren zichtbare letsels vertonen of als er plukken vacht en haren achterblijven op de stalinrichting of de weide-omheining.

Huidafkrabsel nemen bij koe
Foto: Door een huidafkrabsel te nemen kan de bedrijfsdierenarts achterhalen om welk soort schurftmijt het gaat en zo de gepaste behandeling voorstellen.

 

Omdat een schurftbehandeling om verschillende redenen kan falen, geven we enkele tips:

  • Weet welke parasiet je bestrijdt. Elke schurftmijt vereist een specifieke behandeling. Soms gaat het om een menginfectie met bijvoorbeeld zowel de Psoroptes-mijt als de Chorioptes-mijt. Sommige jeuk wordt veroorzaakt door luizen. Laat de bedrijfsdierenarts vooraf een huidafkrabsel nemen om het soort schurftmijt te bepalen.
  • Als je topische producten gebruikt (voor lokale behandeling), scheer dan de dieren – minstens de rug - en verwijder de meeste korsten vooraleer te behandelen. Zo kan het schurftmiddel beter inwerken wat een gunstig effect heeft op de genezing.
  • Volg strikt de instructies van de fabrikant van het schurftmiddel. Bestaat een behandeling uit twee toedieningen, respecteer dan strikt het interval (7 tot 10 dagen).
  • Behandel alle in-contactdieren, niet enkel de klinisch aangetaste (zie volgende punt).
  • Hou rekening met symptoomloze dragers. Dit zijn dieren die klinisch gezond zijn maar toch schurftmijten in een zogenaamde latente fase dragen. Let ook op dieren met kleine letsels.
  • Weeg de dieren in plaats van het gewicht te schatten, zo kan de dosis van het schurftmiddel juist bepaald worden. Op die manier voorkom je over- of onderdosering en vermijd je het risico dat de mijten resistent worden tegen het schurftmiddel.
  • Neem aanvullend specifieke managementmaatregelen.
    • Vocht verergert een schurftbesmetting. Hou daarom de omgeving en de dieren zo droog mogelijk. Dit kan door de dieren meerdere keren per jaar te scheren (zo kan de warmte beter weg) en regelmatig in te strooien om de bedding droog te houden. Rantsoeneren van de dieren bij opstallen voorkomt zweten. Optimaliseer de ventilatie en hou rekening met de bezettingsdichtheid.
    • Pas een correct aankoopbeleid toe. Behandel aangekochte dieren en laat ze pas uit quarantaine als de tweede IBR-controle een gunstig resultaat oplevert (28 tot 50 dagen na aankoop).
    • Zorg voor een uitgebalanceerd dieet met extra aandacht voor de sporenelementen. Zo zijn de dieren in de beste conditie en hebben ze meer weerstand tegen een schurftbesmetting.
  • Blijf de situatie opvolgen. Een eenmalige behandeling (bestaande uit één of twee toedieningen, afhankelijk van het gebruikte product) is niet altijd voldoende. Vooral grotere bedrijven hebben vaak meerdere behandelingen nodig. Het groter aantal dieren op deze bedrijven zorgt voor meer onderling contact en voor meer verplaatsingen tussen verschillende stallen, wat het spreidingsrisico vergroot.
  • Hou rekening met het bestaan van bedrijfsspecifieke mijtenstammen. Hierdoor kan eenzelfde product op verschillende bedrijven een verschillende werking hebben omdat deze mijten een verschillend ziektebeeld veroorzaken en/of gevoeligheid voor de producten hebben.
  • Hou in jouw behandelprotocol rekening met de stijgende resistentie bij de Psoroptes-ovis schurftmijten tegen macrocyclische lactonen (antiparasitica). Uit recente studies blijkt namelijk dat op vleesveebedrijven met dieren van het Belgisch witblauw ras de doeltreffendheid van deze producten voor behandeling van Psoroptes-ovis mijten gedaald is.
  • Vermijd herbesmetting. Herinfectie is mogelijk vanuit de omgeving en door direct contact met andere dieren. Optimaliseer de stalhygiëne. Psoroptes ovis-mijten kunnen vrij lang in de omgeving overleven, maar ze verliezen hun besmettelijkheid na een paar weken.

 

Onderzoek van Veepeiler Rund naar aanwezigheid van schurft op rundveebedrijven resulteerde in een leidraad voor herkenning en aanpak van een schurftbesmetting.

Er bestaan heel wat uitwendige en inwendige parasieten die tot productieverliezen kunnen leiden. Maak daarom de controle op parasieten een vast onderdeel van jouw bedrijfsmanagement.
    

Lees ook: 

Runderen op stal: ideaal moment voor controle op uitwendige parasieten

   

Vragen?

Met vragen over parasitaire besmettingen en behandelingen kun je terecht bij jouw bedrijfsdierenarts of bij DGZ op tel. 078 05 05 23 of e-mail helpdesk@dgz.be.

 

Bronnen:

  • Evaluatie van twee intensieve behandelingsschema’s tegen Psoroptes ovis-schurft bij Belgisch witblauwe runderen op negen Vlaamse rundveebedrijven – C. Sarre et al., Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2015, 84, 311-317.
  • Schurftmijt, de onzichtbare vijand – I. Kolkman, Landbouw&Techniek 7, 16 april 2010.
  • Resistance against macrocyclic lactones in Psoroptes ovis in cattle - Wouter van Mol et al., Parasites & Vectors 2020 13:127.