078 05 05 23

  
Veepeiler houdt de ‘vinger aan de pols’ om snel nieuwe rundveeziekten of veranderende patronen van bestaande ziekten op te sporen. Hiertoe zet Veepeiler praktijkgerichte en kortlopende projecten op, samen met de dierenartsen van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent. 

Recente Veepeiler-projecten

Mycoplasma bovis in de vleeskalverhouderij

Luchtwegproblematiek is met voorsprong de belangrijkste reden van ziekte, sterfte en antibioticumgebruik in de vleeskalverhouderij. Eerder Veepeileronderzoek heeft aangetoond dat Mycoplasma bovis de belangrijkste ziektekiem is die luchtwegproblematiek veroorzaakt bij vleeskalveren, en bij uitbreiding ook oor- en gewrichtsontstekingen (Pardon et al., 2011). De kiem Mycoplasma is aanwezig op elk Vlaams vleeskalverbedrijf en in een recent Veepeilerproject bleek ook 24% van de conventionele melk- en vleesveebedrijven positief te zijn.

Doel van dit onderzoeksproject is na te gaan of de M.bovis-stammen die voorkomen in de vleeskalverhouderij verschillend zijn van de stammen in de conventionele rundveebedrijven. Daarnaast wil het in kaart brengen of de antibioticaresistentie van de isolaten uit de vleeskalversector afwijkt van deze van conventionele bedrijven.

Effect van neosporosis op de spermakwaliteit bij stieren

Neospora caninum is een parasiet die zowel het mannelijk als vrouwelijk geslachtsapparaat kan infecteren. Bij vrouwelijke dieren werd al heel wat onderzoek gedaan. Het effect op het mannelijk geslachtsapparaat en de spermakwaliteit is echter nog nooit uitgebreid onderzocht. Een recente studie op slachthuismateriaal (2018) bracht aan het licht dat de spermaconcentratie bij geïnfecteerde dieren duidelijk lager was in vergelijking met de controlegroep; ook de leefbaarheid en beweeglijkheid van de spermacellen waren significant lager.

Doel van het project is om na te gaan of neosporosis een invloed heeft op de vruchtbaarheid van stieren. Concreet zal worden onderzocht of Neospora caninum betrokken is in een verminderde spermakwaliteit bij natuurlijk geïnfecteerde stieren.

Economische en adequate peiling van metabole gezondheid op stalniveau

De periode rond de kalving is cruciaal voor het verdere verloop van de lactatie. Een correct afgesteld transitiemanagement is dan ook bepalend voor de gezondheid en productie van het hele bedrijf. Een metabool profiel kan een absolute meerwaarde zijn voor de veehouder om op een economisch haalbare manier zijn kudde in beeld te krijgen. Doel van dit project is om de mogelijkheid van gepoold onderzoek na te gaan en een tool te ontwikkelen die de moderne melkveehouderij moet helpen om op een eenvoudige, kostenefficiënte manier inzicht te krijgen in het transitiemanagement.

Intussen zijn er al enkele workshops gehouden en worden er volop metabole scans uitgevoerd.

Lees meer in het nieuwsbericht: Krijg inzicht in transitiemanagement met de metabole bedrijfsscan

Gebruik van diepstrooiselboxen op Vlaamse melkveebedrijven

De huisvesting van rundvee heeft een belangrijke impact op de gezondheid en productie van de dieren. Onder meer omwille van het diercomfort, zijn er veel veehouders die kiezen voor een stalsysteem met diepstrooiselboxen. Maar het opvullen van dit type boxen vergt veel meer materiaal in vergelijking met standaard ligbedden.

Eén van de mogelijke vullingen is een dikke fractie van gescheiden mest. Mestafvoer is een bepalende factor in schaalvergroting; een nuttige toepassing van die dikke fractie zou de kosten voor mestafzet dan ook doen dalen. Over de effecten van het soort strooisel (dikke fractie van gescheiden mest, stro/kalk/water, zaagsel, …) op dier- en uiergezondheid is weinig bekend.

Dit project wil inzicht brengen in het gebruik van diepstrooiselboxen in Vlaanderen en het effect van de vulling op de diergezondheid en melkkwaliteit.

Lees meer in het nieuwsbericht: Waarop letten bij gebruik van vaste mestfractie als strooisel bij rundvee?

Biomarkers als hulpmiddel bij gedifferentieerd onderzoek op foetussen binnen het abortusprotocol

Binnen het abortusprotocol wordt onderzoek gedaan naar brucellose, neosporose, BVD en bacteriologische en mycologische abortusverwekkers. Indien de foetus typische afwijkingen vertoont, wordt nagegaan of die te linken zijn met blauwtong of Schmallenberg.

Daarnaast zijn er nog heel wat infectieuze oorzaken die een verwerping in de hand kunnen werken en die niet opgenomen zijn in het abortusprotocol, net als tal van niet-infectieuze factoren (genetische, voedingsgerelateerde, enz.) die een rol kunnen spelen.

Tijdens het 3e trimester van de dracht, is een foetus in staat om antistoffen te produceren tegenover vreemde antigenen. Ook bepaalde biomarkers zoals SAA (serum amyloïd A) zijn hoger als gevolg van een bacteriële infectie.

Doel van het project is om na te gaan of aan de hand van biomarkers een onderscheid gemaakt kan worden tussen een abortus als gevolg van een bacteriële infectie of een andere oorzaak.

Lees meer in het nieuwsbericht: Pak abortusproblemen op het rundveebedrijf aan met de hulp van DGZ

Besnoitiose in Vlaanderen

De parasiet Besnoitia besnoiti is verantwoordelijk voor belangrijke economische verliezen in de rundveesector in Afrika, Azië en het Middellandse Zeegebied. In de voorbije decennia waren er verscheidene meldingen van deze ziekte in Europa. In 2012 was er het eerste bevestigde geval in België (Vanhoudt et al., 2015).

Besnoitiose is een besmettelijke ziekte die veel dieren kan aantasten (magere dieren, aantasting karkassen, onvruchtbaarheid stier), maar weinig sterfte veroorzaakt. Deze infectie, die wordt overgedragen via vectoren zoals steekvliegen, is in opmars in Frankrijk. Behandeling is niet mogelijk, dus is het cruciaal om preventief op te treden. Import van besmette dieren uit risicolanden is een van de voornaamste risico’s voor insleep van besnoitiose.

Binnen dit project worden dieren afkomstig uit risicolanden (Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal en Zwitserland) onderzocht op antistoffen tegen besnoitiose.

Lees meer in de nieuwsberichten:

Haemorrhagic bowel disease op Vlaamse rundveebedrijven

Haemorrhagic bowel disease (HBS) is een acuut verlopende aandoening die sporadisch bij volwassen runderen voorkomt. De kans op herstel is in bijna alle gevallen erg klein. De ziekte komt meer voor op bedrijven met hoge melkproductie en dit vooral in vroege lactatie.

Dit project wil meer inzicht krijgen in de oorzaak en het verloop van deze aandoening alsook in de risicofactoren die ervoor zorgen dat HBS op het ene bedrijf wel voorkomt en niet op het andere bedrijf.  

Het project bestaat uit 2 werkpakketten. In het eerste werkpakket wordt autopsie uitgevoerd op HBS-gevallen met uitgebreide monstername. In een tweede pakket worden bedrijven opgevolgd om de uitlokkende factoren voor HBS in kaart te brengen.

Situatie leverbot België

Leverbot of Fasciola hepatica is een parasiet die in onze streken vrij frequent voorkomt bij runderen en andere grazers. Door de aard van de letsels in de lever kan een brede waaier van symptomen ontstaan. Deze variëren van (sub)klinisch melkproductieverlies, verminderde vruchtbaarheid, vermageren, slechte groei van jongvee en diarree, tot zelfs sterfte.

De overdracht van leverbot is afhankelijk van de aanwezigheid van de leverbotslak, een zoetwaterslak die in natte gebieden op de graasweiden voorkomt. Ook de omgevingstemperatuur heeft een invloed op de levenscyclus van de leverbot.

Dit project onderzoekt hoe vaak leverbot op dit moment voorkomt aan de hand van tankmelkonderzoeken. Via een enquête op de deelnemende bedrijven krijgen we een beter zicht op de belangrijkste risicofactoren.

Mycoplasma bovis in België

M. bovis is een bacterie die zowel bij melk- als vleesvee ziekte veroorzaakt met mogelijk ernstige economische gevolgen. Bij jonge kalveren kan de kiem longontsteking geven maar ook ontstekingen van de gewrichten en het middenoor, met scheve kopstand tot gevolg. Bij volwassen dieren veroorzaakt M. bovis voornamelijk ongeneeslijke uierontstekingen maar kan de kiem ook complicaties geven bij de wondgenezing na de keizersnede.

Het project maakt een epidemiologische (en economische) vergelijking tussen bedrijven waar dieren consistent negatief testen op aankoopprotocol en bedrijven die positief testen. We onderzoeken ook de relatie tussen de aanwezigheid van symptomen en de resultaten van het aankoopprotocol.

Afgewerkte Veepeiler-projecten

De projectomschrijving en de resultaten van de projecten die de voorbije jaren zijn afgewerkt, kan je terugvinden in de activiteitenrapporten.

Over Veepeiler Rund

Veepeiler Rund kwam tot stand op initiatief van DGZ, Arsia en de landbouworganisaties. Veepeiler Rund heeft twee grote pijlers: tweedelijnsdiergeneeskunde en korte, praktijkgerichte onderzoeksprojecten.