078 05 05 23

  
Bij paticuliere slachting zijn volgende drie scenario's mogelijk:

Je hebt zelf een beslagnummer voor varkens.

Als je zelf een beslagnummer hebt en een zelf gekweekt of pas aangekocht dier laat slachten in het slachthuis, maak je een verplaatsingsdocument op en je registreert dit (meer hierover op de pagina Vervoer). Je bezorgt ook de voedselketeninformatie (VKI) aan het slachthuis (meer hierover op de pagina Administratie).Het slachthuis registreert de slachtaangifte bij aankomst van het dier. Je ontvangt hiervoor een aangiftebewijs. Dit bewijs bewaar je tot het eind van het jaar volgend op de slachting.

Als je het dier thuis wil slachten, dan moet je hiervan aangifte doen bij de gemeente minstens twee werkdagen voor de slachting. De gemeente bezorgt je een aangiftebewijs. Dit bewijs bewaar je tot het eind van het jaar volgend op de slachting.

Je houdt zelf geen varkens, maar wil een varken (laten) slachten dat je hebt aangekocht bij een geregistreerd beslag.

Als je een varken dat je elders hebt aangekocht, voor eigen gebruik laat slachten in het slachthuis, dan laat je jou vooraf eenmalig registreren bij je gemeente. Je hebt voor het transport naar het slachthuis geen verplaatsingsdocument nodig. Het slachthuis registreert de slachtaangifte bij aankomst van het dier. Je ontvangt hiervan een aangiftebewijs. Dit bewaar je tot het eind van het jaar volgend op de slachting.

Als je een varken dat je elders hebt aangekocht voor eigen gebruik thuis wil slachten, moet je hiervan minstens twee werkdagen voor de slachting aangifte doen bij je gemeente. Je hebt geen verplaatsingsdocument nodig. De gemeente bezorgt je een aangiftebewijs. Dit bewijs bewaar je tot het eind van het jaar volgend op de slachting.

Je bent zelf houder van varkens en verkoopt je dieren voor particuliere slachting aan een persoon zonder beslagnummer.

In dit geval hoef je geen verplaatsingsdocument op te maken en te registreren. In je register vul je de naam en het rijksregisternummer van de particulier in.