078 05 05 23
Kies je dier
Kies je dier

Hittestress kan voorkomen wanneer de gevoelstemperatuur de boventemperatuur van de thermoneutrale zone overschrijdt. De thermoneutrale zone is de omgevingstemperatuur waarbinnen een varken zijn lichaamstemperatuur op peil kan houden zonder zijn warmteproductie aan te passen. De onder- en boventemperaturen van deze zone zijn afhankelijk van heel wat factoren. Zo zullen ze dalen en verder uit elkaar komen te liggen als het gewicht toeneemt. Ook factoren zoals de bevloering, de voedersamenstelling en de groepsgrootte kunnen een invloed hebben op de boven- en ondertemperatuur van deze zone.

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de thermoneutrale zone voor verschillende gewichten en hokuitvoeringen:

Categorie Hokuitvoering Thermoneutrale zone: ondergrens Thermoneutrale zone: bovengrens
Big 1kg Beton 26 °C 32 °C
Big 1kg Stro 20 °C 27 °C
Big 5kg Beton 22 °C 30 °C
Big 5kg Metaalroosters 20 °C 29 °C
Big 5kg Stro 16 °C 26 °C
Big 20kg Beton 16 °C 28 °C
Big 20kg Stro 11 °C 25 °C
Vleesvarken 40kg Beton 13 °C 26 °C
Vleesvarken 40kg Stro 7 °C 24 °C

Hoe herken je hittestress bij varkens?

Door je dieren te observeren kun je te weten komen of ze al dan niet in hittestress verkeren. Varkens zweten niet, ze moeten hun warmte dus op andere manieren kwijt raken. Als ze het te warm hebben, gaan ze sneller ademen. Zeker als de hitte blijft aanhouden. Bij hittestress gaan de dieren mesten op de volle vloer en rollen ze zich in de uitwerpselen om zo wat verkoeling te vinden. Verder zullen ze elk contact met elkaar vermijden en languit in zij-lig op de grond gaan liggen.

Hittestress valt het hardst op bij zwaardere vleesvarkens. De omzetting van voer naar vlees is immers een proces waarbij warmte vrijkomt. Door de hittestress vermindert de eetlust wat kan leiden tot een zichtbare groeistilstand. Verder zijn er ook extreme gevallen bekend van een hartfalen ten gevolge van hittestress, zowel bij vleesvarkens als zeugen.

Hoe voorkom je hittestress bij varkens?

Bij alle varkens
  • Zorg dat de dieren voldoende fris (ideale temperatuur is 15 tot 18 °C) en kwaliteitsvol drinkwater ter beschikking hebben.
  • Zorg voor verkoeling door bijvoorbeeld de betonnen vloer nat te sproeien of gebruik een vernevelsysteem.
  • Voeder de dieren indien mogelijk op de koelere momenten van de dag. Vraag ook eens naar een aangepast voer bij je voederleverancier dat kan helpen bij hittestress.
  • Verminder de bezettingsdichtheid.
  • Dek ramen af tijdens de zomerperiode maar houd hierbij rekening met de normen voor lichtintensiteit (minimum 40 lux). Je kunt ook de ramen van de stal witkalken, ook hiermee verminder je de directe inval van zonlicht.
  • Vermijd een te hoog ammoniakgehalte in de stal bij opgedreven ventilatie (putventilatie).
Bij vleesvarkens
  • Zorg dat zware vleesvarkens tijdig (of vervroegd) naar het slachthuis afgevoerd worden.
  • Vermijd transport, laden of lossen van de dieren tijdens de warmste uren van de dag.
  • Geef de dieren energierijker voeder om groeistilstand door verminderde eetlust tegen te gaan.
Bij zeugen
  • Zorg dat de zeugen niet te vet staan in de zomer.
  • Vermijd onnodige verplaatsingen van hoogdrachtige zeugen.
  • Als de temperatuur in de kraamstal te hoog wordt, schakel dan de vloerverwarming en/of warmtelampen sneller uit.
Bij beren
  • Controleer regelmatig het sperma bij beren waarvan het verzameld wordt. Beren die last hebben van hittestress hebben immers een verminderde spermaproductie met bovendien sperma van verminderde kwaliteit. Dit effect kan tot zes weken na een moment van hittestress te zien zijn.