Hoe kijk jij naar uiergezondheid?
Recent werd een VLAIO project rond selectief behandelen van niet-ernstige klinische mastitis in de Vlaamse melkveehouderij opgestart. Dit project wordt uitgevoerd door M-teamUGent samen met partners DGZ, ILVO en de Hooibeekhoeve. Aan de hand van een vragenlijst willen de projectpartners in kaart brengen hoe Vlaamse melkveehouders en Vlaamse dierenartsen anno 2021 omgingen met antibiotica op het bedrijf en hoe ze keken naar de uiergezondheid bij de koeien. Onder de deelnemende melkveehouders wordt bovendien een familie-uitstap ter waarde van 200 euro verloot!
Het project bereidt een grote veldproef voor rond selectief behandelen van niet-ernstige klinische mastitisgevallen op basis van sneltesten voor kiemgroei. Zo wil M-teamUGent, samen met partners DGZ, Hooibeekhoeve en ILVO, de buitenlandse ervaringen met dit nieuwe concept ook op Vlaamse melkveebedrijven uitrollen. Het project zal nagaan wat de impact is op het antibioticumgebruik, de uiergezondheid en de melkproductie.
Enquête over antibiotica en uiergezondheid
Bij de start van het project willen wij echter eerst polsen naar zaken zoals de kennis, interesse en visie van de Vlaamse melkveehouders en Vlaamse rundveedierenartsen rond bacteriologisch onderzoek en sneltesten voor kiemdetectie op melk, selectief behandelen, selectief droogzetten en preventie en controle van mastitis.
Wij hebben jullie input hiervoor nodig en hebben daarom een enquête voorbereid.
Meer info over het project vind je op www.koesensor.be/selectief-behandelen-van-milde-gevallen-van-klinische-mastitis.
Mastitis bij melkvee: hoe zat dat ook weer?
Mastitis of uierontsteking is nog steeds het meest voorkomende gezondheidsprobleem op melkveebedrijven. In Vlaanderen maakt 26% van de Vlaamse melkkoeien gemiddeld minstens eenmaal per jaar een episode van klinische uierontsteking door. Dit impliceert veel extra werk, tijd, stress en kosten voor de melkveehouder, alsook een vermindering van het koewelzijn en een stijging van het antibioticumgebruik. De maatschappelijke druk om het antibioticagebruik te doen dalen, neemt evenwel toe en brengt ons op de melkveebedrijven bij nieuwe concepten waarbij niet elke koe standaard antibiotica toegediend krijgt: selectief droogzetten en selectief behandelen van klinische mastitis. Aan de hand van kengetallen en sneltesten voor kiemdetectie wordt nagegaan of het verantwoord is om een koe al dan niet met antibiotica droog te zetten of te behandelen. Dit leidt tot een aanzienlijke reductie in antibioticagebruik.
Wat is mastitis of uierontsteking
Mastitis of uierontsteking is -zoals het woord zelf zegt- een ontsteking van het uierweefsel. Deze ontsteking ontstaat (meestal, maar niet altijd) door het binnendringen van kiemen via het speenkanaal waarna ze schade toebrengen aan het uierweefsel. Andere oorzaken van uierontsteking kunnen onder andere trauma en etsende stoffen zijn.
Onafhankelijk van de oorzaak (kiemgerelateerd, trauma of etsende stoffen), zal het afweersysteem van de koe ruwweg op eenzelfde manier reageren. Afweercellen worden gerekruteerd uit de bloedbaan om de schadelijke kiemen en het beschadigde weefsel op te ruimen. Hiervoor zal de bloedtoevoer naar de uier verhoogd worden en zullen de bloedbanen meer doorgankelijk zijn voor ontstekingscellen en -mediatoren. Dit verklaart waarom de uier bij een klinische ontsteking (zie verder) een hard, rood en gezwollen uitzicht heeft en pijnlijk aanvoelt. Loopt de ontsteking uit de hand en kunnen (delen van de) kiemen de bloedbaan binnendringen, dan zal de koe ook algemeen ziek worden met onder andere koorts, verminderde eetlust en shock tot gevolg.
Klinische en subklinische mastitis
Aan de hand van aan- of afwezigheid van zichtbare symptomen, maakt men een indeling in subklinische en klinische mastitis.
Subklinische uierontsteking kenmerkt zich door de afwezigheid van zichtbare symptomen. De koe is algemeen gezond: de uier en de melk hebben een normaal aspect en er zijn geen tekenen van koorts of verminderde eetlust. De enige indicatie dat de koe met subklinische mastitis te kampen heeft, is een stijging van het individuele celgetal en een lichte (moeilijk te detecteren) daling in melkproductie. In België ligt de grens van het individuele celgetal op 250.000 cellen/ml melk voor een koe en op 150.000 cellen/ml melk voor een vaars. Van zodra een stijging boven deze grenswaarden aanwezig is zonder dat de koe of vaars symptomen vertoont, spreekt men van een subklinische mastitis en is het aan te raden om bacteriologisch onderzoek te doen van de melk.
Bij klinische uierontsteking ziet men daarentegen wel steeds symptomen. Afhankelijk van de ernst van de symptomen spreken we van een milde, matige of ernstige klinische uierontsteking. Bij milde klinische mastitis zijn enkel afwijkingen van de melk zichtbaar. De melk kan hierbij bijvoorbeeld enkele tot veel vlokken vertonen, een waterig uitzicht hebben, bloedbijmenging of sediment bevatten. Wanneer er ook afwijkingen aan de uier (rood, gezwollen, warm, pijnlijk) te zien zijn, spreekt men van matige klinische mastitis. Indien de koe ook algemene symptomen zoals koorts (>39,5° C) of verminderde eetlust vertoont of niet meer recht kan dan klasseert men dit als een ernstige klinische mastitis.