Salmonella kent geen leeftijdsgrens bij leghennen en fokdieren
Veel pluimveehouders gaan ervan uit dat oudere tomen meer risico lopen op Salmonella. DGZ nam de proef op de som en bekeek de cijfers van 2021 tot en met 2024. De conclusie is duidelijk: hoewel oudere tomen iets vaker positief testen, lopen ook jongere dieren een reëel risico. Preventie en opvolging blijven dus op elke leeftijd cruciaal.
Voor onze analyse namen we de cijfers voor zowel leghennen als fokdieren in productie onder de loep. We hielden rekening met alle positieve detecties, zowel van aangifteplichtige als van niet-aangifteplichtige Salmonella serotypes. Daarbij keken we telkens op welke leeftijd Salmonella voor het eerst werd vastgesteld in een positieve toom.
Leghennen: besmettingen vanaf vroege productie
Bij de positieve tomen leghennen zien we dat ongeveer 30% van de eerste besmettingen al wordt vastgesteld in de vroege productiefase, tussen 24 en 39 weken. Dit aanzienlijk aandeel weerlegt het idee dat de eerste besmetting zich voornamelijk bij oudere tomen voordoet.
Toch testen ook nog heel wat tomen op latere leeftijd voor het eerst positief voor Salmonella. Rond 69 weken test ongeveer 20% van de tomen voor het eerst positief, op 84 weken nog eens zo’n 14%. De meest opvallende piek ligt op 99 weken, waar een kwart van de positieve tomen voor het eerst positief testen. In de praktijk gaat het dan vaak om tomen die na een rui opnieuw in productie komen voor een tweede leg. De combinatie van leeftijd en verminderde weerstand bij deze dieren kan hier meespelen.
Bij tomen van 114 weken en ouder, komen nieuwe detecties van positieve tomen nog slechts sporadisch voor. Waarschijnlijk omdat weinig tomen zo lang in productie blijven.

Figuur 1: Overzicht van de verdeling van de leeftijd waarop tomen leghennen voor het eerst positief testen op Salmonella voor de periode 2021-2024.
Fokdieren: minder besmettingen, maar breed verspreid
Bij de fokdieren voor vleeskippen zijn in de periode 2021 tot en met 2024 slechts een beperkt aantal tomen positief voor Salmonella, waardoor duidelijke leeftijdsgebonden trends moeilijk vast te leggen zijn. Toch geven de cijfers een interessant beeld van hoe verspreid die eerste vaststellingen zich voordoen.
Net als bij de leghennen doet een groot deel van de eerste salmonelladetecties bij fokdieren voor vleeskippen zich al voor in de vroege productiefase: op 22 en 24 weken wordt 30% van de positieve tomen voor het eerst positief getest. Ook op 34 en 36 weken en opnieuw op 56 en 58 weken zien we meerdere tomen voor het eerst positief testen op Salmonella, respectievelijk 17% en 23% van de positieve tomen. Daarnaast komen er nog enkele positieve tomen voor op diverse leeftijden, zoals rond 40, 44, 46, 50, 52 en 62 weken.
De aantallen bij fokdieren voor de productie van leghennen is lager. Hier deed de eerste detectie in tomen zich voor op 28, 60 en 78 weken. Hoewel de aantallen te beperkt zijn om echte conclusies te trekken, tonen ook deze gegevens dat een salmonellabesmetting op élke leeftijd kan voorkomen.
Altijd alert blijven
Wanneer we de cijfers per jaar bekijken, zien we geen opvallende verschillen tussen de verschillende jaren. Het algemene beeld is gelijkaardig zowel voor leghennen als voor fokdieren in productie: de eerste detectie van positieve tomen kan op elke leeftijd optreden. En hoewel er een lichte toename is bij oudere tomen, is het verschil met jongere leeftijden lijkt kleiner dan vaak wordt gedacht, zeker voor wat fokdieren betreft.
De conclusie is duidelijk: als pluimveehouder moet je altijd alert zijn voor Salmonella, ongeacht de leeftijd. Preventie en bioveiligheid zijn dus essentieel vanaf de start van de productie en verdienen blijvende aandacht doorheen de hele cyclus. Rond en na een rui is extra waakzaamheid nuttig, maar de cijfers tonen aan dat ook jonge tomen in de praktijk een duidelijk aandeel van de eerste besmettingen voor hun rekening nemen.