Verslagen DGZ-autopsiewerking 2024: opvallende trends en bevindingen
De dierenartsen veterinaire pathologie van DGZ hebben opnieuw hun bevindingen van het afgelopen jaar vastgelegd in uitgebreide activiteitenverslagen. Deze verslagen bieden niet alleen een duidelijk overzicht van de autopsiewerking per diersoort, maar brengen ook de trends van het afgelopen decennium in kaart. We zetten de opvallendste vaststellingen op een rij.
Meer autopsies, opvallende stijging bij herkauwers
In 2024 werden er meer autopsies uitgevoerd dan in 2023. Terwijl we een daling merken bij varkens en pluimvee, zien we een sterke toename van het aantal onderzoeken bij rundvee, kleine herkauwers en camelidae. De stijging houdt verband met de uitbraak van het blauwtongvirus serotype 3 (BTV3) in België.
In totaal werden 7.452 dieren onderzocht in onze autopsiezaal:
- 3.879 daarvan binnen het abortusprotocol voor rundvee en kleine herkauwers.
- De overige lijkschouwingen kaderen in de algemene diagnostiek, epidemiologische bewaking, Veepeiler, enzovoort.
De meest opvallende conclusies per diersoort
Neem ook eens een kijkje op onze Gezondedierenblog waar je heel wat cases vindt.

Rundvee: De meeste aangeleverde dieren voor onderzoek waren kalveren jonger dan één maand en runderen ouder dan twee jaar. Bij kalveren werd vaak enteritis vastgesteld, bij de oudere dieren was pneumonie de meest vastgestelde doodsoorzaak. Tijdens de zomerperiode en het najaar van 2024 testten bijna alle dieren met letsels zoals monderosies of erosies ter hoogte van de neusspiegel positief voor blauwtongvirus serotype 3 door middel van PCR.

Kleine herkauwers: ook bij deze herkauwers was er, voornamelijk in de zomermaanden, meer sterfte gelinkt aan een infectie met het blauwtongvirus serotype 3. Bij de aangetaste schapen werden uiteenlopende symptomen vastgesteld, waaronder vermageren en cachexie, erosieve letsels in mondholte, ter hoogte van het harde gehemelte, tong en neusspiegel, oedeem ter hoogte van de kop, submandibulair oedeem en longoedeem, pneumonie, orgaanstuwing en bloedingen ter hoogte van de truncus pulmonalis. Veel dieren hadden tegelijkertijd hoge parasitaire tellingen.

Varkens: Zoals elk jaar was pneumonie de belangrijkste oorzaak van sterfte, gevolgd door enteritis en sepsis. In meer dan een derde van alle dossiers werden sepsis, endocarditis, meningitis en polyserositis samen vastgesteld als doodsoorzaak, waarvan ongeveer 80% veroorzaakt door Streptococcus suis.

Alpaca’s: Tussen begin augustus en begin oktober testte een kleine 30% van de volwassen alpaca’s die we onderzochten positief voor het blauwtongvirus serotype 3. Slechts enkele dieren vertoonden erosieve letsels in de mondholte of ter hoogte van de neusspiegel. Daarnaast bleek een parasitaire infestatie bij zowel de jonge als de volwassen dieren de voornaamste oorzaak van sterfte.

Pluimvee: Bacteriële sepsis bleef net zoals de voorgaande jaren ook in 2024 de voornaamste doodsoorzaak bij pluimvee. De meest geïsoleerde kiem was met grote voorsprong Escherichia coli. Er bestaan verschillende E. coli stammen, verschillende van deze E. coli stammen behoren tot pathogene serotypes en kunnen spreiden naar inwendige organen met systemische ziekte tot gevolg. Daarnaast werden artritis/femurkopnecrose, virale infectie, dooierrestontsteking en een parasitaire infestatie het meest vastgesteld als doodsoorzaak of als voornaamste letsel op autopsie.

Paarden: Gastro-intestinale aandoeningen voerden net als voorgaande jaren de lijst aan van belangrijkste doodsoorzaken bij paarden. Ongeveer de helft van de gevallen was gelinkt aan niet-infectieuze oorzaken (zoals impactie en liggingsveranderingen), terwijl bij de andere helft een infectieuze oorzaak aan de basis lag. Cyathostominae (of kleine bloedworm) was opnieuw de meest vastgestelde parasitaire verwekker van enteritis.

Konijnen: De meest voorkomende oorzaken van sterfte waren in gelijke mate levernecrose en enteritis. Levernecrose werd in zo goed als alle gevallen veroorzaakt door een infectie met Rabbit Hemorrhagic Disease Virus (RHDV). Enteritis was veelal multifactorieel van oorsprong, met Eimeria sp. en E. coli als belangrijkste veroorzakers.

Kleine huisdieren: Meer dan 70% van de onderzochte pups overleed aan de gevolgen van een infectie. Volwassen honden stierven even vaak aan de gevolgen van een infectie als van een tumor. Alle kittens die een autopsie ondergingen, stierven aan de gevolgen van een infectie met het feliene panleukopenievirus (feliene parvovirus of kattenziekte in de volksmond), een zeer besmettelijk virus waaraan vooral jonge (niet-gevaccineerde) katten zeer gevoelig zijn.
Druk op onderstaande knop om de gedetailleerde activiteitenverslagen per diersoort van 2024 te raadplegen. Neem ook eens een kijkje op onze Gezondedierenblog waar je heel wat cases vindt.