Blauwtong: overzicht voorwaarden over verplaatsen van herkauwers van en naar België
Eerder deze week berichtte het FAVV dat België zijn BTV8-vrije status verloor naar aanleiding van de vaststelling van dat type blauwtong bij een aantal jonge runderen in Luik en Namen. Dit maakt dat runderen nu alleen maar kunnen verplaatst worden volgens specifieke regels. In een recente nieuwsbrief deelt het FAVV een volledig overzicht van alle voorwaarden in verband met blauwtong voor verplaatsingen van dieren (niet bestemd voor de slacht) tussen Europese lidstaten.
Voorwaarden voor verplaatsing
Algemeen geldt dat runderen die je naar een andere lidstaat wilt verplaatsen in de immuniteitsperiode van het Bultavo-3 vaccin en het vaccin tegen BTV8 moeten zitten. Daarnaast:
- Moeten die vaccinaties meer dan 60 dagen vóór de verplaatsing gebeurd zijn, door een erkende dierenarts
- OF: moeten de dieren negatief getest zijn met een PCR-test (op bloedmonsters) die deze 2 typen detecteert. Die test moet uitgevoerd worden op monsters die verzameld zijn minstens 14 dagen nadat de immuniteit van de vaccins begonnen is (zoals vermeld in de specificaties van de vaccins).
Regels voor uitvoer
Naast de algemene regels kan er ook gebruik gemaakt worden van specifieke derogaties afgegeven door de lidstaat van bestemming. In deze pdf op de FAVV-website, vind je een overzicht van de lidstaten die dieren (niet bestemd voor de slacht) onder derogaties zullen aanvaarden alsook de bijhorende specifieke voorwaarden die ze stellen aan de Belgische herkauwers.
Versoepelde invoervoorwaarden voor blauwtong
Als dieren uit een ander EU-land naar België komen (niet bestemd voor slacht), gelden versoepelde voorwaarden:
- Voor serotype 3 van blauwtong (BTV-3) worden geen voorwaarden gesteld.
- Voor andere types dan BTV3 moet:
- Óf het dier vooraf behandeld zijn met een insecticide tegen aanvallen door de vector (Culicoïden) (minstens 14 dagen vóór verzending) én ten minste 14 dagen na het begin van de behandeling tegen vectoren getest zijn (PCR) voor alle serotypes (1 tot 24, met uitzondering van BTV3) die in de voorbije 2 jaar in dat land of die zone werden gemeld, met een negatieve testuitslag (het poolen van de volbloedstalen (1/3) voor het uitvoeren van de test is hierbij toegelaten).
- Óf het dier gevaccineerd zijn tegen alle serotypes (1-24 m.u.v. type 3) die in de voorbije 2 jaar in dat land of die zone werden gemeld.
Wanneer wordt een dier als gevaccineerd beschouwd?
-
-
- als er meer dan 30 dagen na de primovaccinatie-injectie (als het gebruikte vaccin een enkele dosis vereist) zijn verstreken
- of meer dan 10 dagen na de tweede primovaccinatie-injectie (als het gebruikte vaccin 2 doses vereist)
- en er minder dan 1 jaar is verstreken sedert de laatste injectie van de primo- of herhalingsvaccinatie.
-
Deze tweede versoepeling geldt alleen als het dier minstens 70 dagen oud is.