Eerste besmettingen met westnijlvirus in België: wat moet je weten?
Voor het eerst zijn in België besmettingen met het westnijlvirus (WNV) vastgesteld, bij kraaiachtigen in de regio Mechelen-Halle. Dit opkomende "muggenvirus" komt steeds vaker voor in Europa bij wilde en gedomesticeerde vogels en wordt overgedragen door een steek van een besmette vectormug. Vooral paarden en mensen zijn gevoelig en kunnen ziek worden. Preventie focust op het bestrijden van de muggen, het monitoren van wilde vogels en – bij paarden - vaccinatie.
Het westnijlvirus (WNV) behoort tot de familie van de Flaviviridae en is verwant aan onder meer het dengue-virus, gelekoortsvirus, japanse-encefalitis-virus en het tick-born-encefalitisvirus. Het virus is afkomstig uit Afrika en werd voor het eerst vastgesteld in de Oegandese Westnijlregio. Het is een zoönose: mensen kunnen besmet raken via overdracht van dier op mens, in dit geval door de steek van een mug die eerder een besmette vogel beet.
Overdracht
Het virus verspreidt zich via muggen, voornamelijk van het geslacht Culex (vooral C. pipiens), onze huis-, tuin- en keukenmug, en blijft in de natuur bestaan door een overdrachtscyclus van muggen naar vogels en weer terug. Muggen raken besmet door bloed te zuigen bij geïnfecteerde vogels en kunnen het virus daarna overdragen.
Mensen, paardachtigen (zoals paarden en ezels) en andere zoogdieren zijn zogeheten doodlopende gastheren omdat ze het WNV niet overdragen. Wanneer ze besmet zijn, is de virusconcentratie in hun bloed te laag om andere muggen te infecteren. Het heeft daarom geen zin om specifieke bestrijdingsmaatregelen te nemen bij besmette paarden.
Symptomen
Vogels zijn meestal alleen dragers/reservoirs van het virus en ontwikkelen dus geen ziektetekens. Toch blijken sommige soorten meer vatbaar te zijn dan andere, vooral wilde soorten zoals roofvogels en kraaiachtigen: bij deze diersoorten stelt men algemene ziektetoestanden vast (lethargie, vermageren, depressie) in combinatie met neurologische stoornissen (verlamming, ataxie, scheve hals, ongecoördineerde bewegingen) en een soms hoge sterfte.
Bij paarden blijft de ziekte meestal onopgemerkt. Als er toch symptomen optreden, kan het gaan van een gewoon griepsyndroom (koorts) tot encefalitis, encefalomyelitis en verlamming van de achterste ledematen. Een op de tien paarden met griepachtige symptomen ontwikkelt ook zenuwsymptomen zoals coördinatiestoornissen en krampen. Zwaar aangetaste paarden zijn volledig uitgeput, blijven liggen en sterven uiteindelijk.
Bij mensen verloopt zo’n 80% van de infecties zonder symptomen. Ongeveer 20% krijgt griepachtige klachten die na 7 tot 10 dagen verdwijnen. Slechts bij 0,1% leidt de infectie tot hersenontsteking (encefalitis), die fataal kan zijn.
Verspreiding in Europa
WNV komt sinds de jaren '60 voor in Europa. De circulatie van het virus in Europa is de afgelopen 15 jaar sterk veranderd met een heropleving van het virus eind jaren '90, gevolgd door een uitzonderlijke toename in Europa in de afgelopen vijf jaar. De klimaatverandering speelt hierin een belangrijke rol. Jaarlijks zijn er nieuwe Europese gebieden besmet geraakt, zoals Italië, Griekenland en in de Balkan. Sedert 2018 komt WNV ook voor in Duitsland. In 2025 hebben 9 Europese landen 652 gevallen bij de mens gerapporteerd.
In Nederland testte op 9 oktober 2025 een zesjarig paard in Zuid-Holland positief op de aanwezigheid van antilichamen tegen het westnijlvirus.
Wettelijke melding en preventie
WNV is een aangifteplichtige ziekte volgens de Belgische en EU-wetgeving (Animal Health Law). Lidstaten moeten elk geval bij mens of dier melden.
Ben je paardenhouder en merk je symptomen bij jouw dieren, neem dan meteen contact op met een erkende dierenarts. Die zal elke verdenking aan de lokale controle-eenheid van het FAVV melden.
Vaccinatie van paarden tegen WNV is sterk aanbevolen. In België zijn 2 vergunde vaccins beschikbaar. De primovaccinatie komend najaar en winter wordt best afgerond vóór de start van het volgende muggenseizoen, d.w.z. vóór eind mei.
☝️Belangrijk om te onthouden:
- Wilde vogels zijn dragers van het westnijlvirus.
- Overdracht gebeurt via muggen, niet van paard op paard of van paard op mens.
- De meeste paarden vertonen geen symptomen. Ze kunnen wel gevaccineerd worden.
Bron: FAVV en GD