Afgelopen varkensprojecten
Afgelopen projecten diverse partners
Monitoren en optimaliseren van het klimaat in varkensstallen
Op 1 april 2019 ging het demonstratieproject ‘Monitoren en optimaliseren van het klimaat in varkensstallen’ van start. Dit project wou de varkenshouders bewust maken van het belang van een adequaat stalklimaat als preventieve maatregel om de gezondheid van de dieren te waarborgen.
Een stalklimaat is heel belangrijk op een varkensbedrijf. Maar hoe weet je nu hoe optimaal het klimaat in jouw stal(len) is? Met de adviezen die tijdens dit project verzameld werden, kun je zelf een eerste check uitvoeren. Ga aan de slag met de brochure waarin je alle adviezen en heel wat tips vindt.
> Lees de brochure EEN OPTIMAAL STALKLIMAAT
> Download de STALKLIMAAT-CHECK
> Meer informatie over klimaat in varkensstallen vind je ook op de website van het Varkensloket:
De projectpartners zijn DGZ, Faculteit Diergeneeskunde UGent, Vakgroep Voortplanting, Verloskunde en Bedrijfsdiergeneeskunde, Inagro en ILVO.
Dit project kwam tot stand met de steun van www.vlaanderen.be/pdpo en www.ec.europa.eu/agriculture/
Het spenen van biggen: diverse projecten
Pas gespeende biggen maken een moeilijke periode door. In deze periode kunnen namelijk verschillende stressfactoren aanleiding geven tot gezondheidsproblemen en mindere prestaties. Hoe vlotter de biggen opstarten in de biggenafdeling, hoe minder vatbaar ze zullen zijn voor ziektes zoals speendiarree, streptokokkeninfecties of slingerziekte. Doordat de biggen gezonder zijn, zullen ze ook technisch beter presteren. Dit leidt niet alleen tot een betere gezondheid van het hele bedrijf maar rendeert ook in de economische resultaten, zowel in de biggenafdeling als bij de vleesvarkens.
Als varkenshouder heb je er dus alle baat bij om het speenproces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Daarom werkte DGZ mee aan een aantal projecten over dit onderwerp:
- Project OPTIMAAL SPENEN OP WEST-VLAAMSE VARKENSBEDRIJVEN: een project gefinancierd door de provincie West-Vlaanderen en uitgevoerd door DGZ met de hulp van Inagro. Het project startte in november 2018 en eindigde in oktober 2020.
- Het demonstratieproject OPTIMAAL SPEENMANAGEMENT: GERICHTE COACHING NAAR EEN BETERE GEZONDHEIDSSTATUS, met als projectpartners DGZ, Inagro, UGent en PVL (Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw). Dit project kwam tot stand met de steun van www.vlaanderen.be/pdpo en www.ec.europa.eu/agriculture en liep van 2019 tot 2022.
Uit deze projecten verzamelden we heel wat praktische informatie en tips waarmee varkenshouders en hun bedrijfsdierenarts mee aan de slag kunnen om het spenen van de biggen te optimaliseren:
Checklist Optimaal Spenen
Met deze tool, ontwikkeld binnen het project Optimaal spenen op West-Vlaamse varkensbedrijven, krijgen veehouders beter zicht op hun huidig speenmanagement en ontdekken ze of en hoe ze verbeteringen kunnen aanbrengen. Door die optimalisatie zal de gezondheidsstatus van de biggen toenemen en kunnen deze bedrijven het antibioticumgebruik afbouwen. De combinatie van beide elementen zorgt er ook voor dat het bedrijf er financieel op vooruit gaat.
DOWNLOAD DE CHECKLIST OPTIMAAL SPENEN (invulbaar Excel-document)
DOWNLOAD DE CHECKLIST OPTIMAAL SPENEN (pdf)
Neem je speenmanagement onder de loep: bekijk de filmpjes
Omdat het West-Vlaamse project álle varkenshouders de kans wil bieden om hun speenmanagement onder de loep te nemen en zo te evolueren naar een nog gezonder bedrijf, werd de info uit het project verzameld in drie filmpjes:
-
- Checklist helpt bij de optimalisatie van je speenmanagement.
- Afdrukplaatjes, een must bij optimaal spenen.
- Een optimale start voor speenbiggen begint in de kraamstal.
Brochure Optimaal Speenmanagement
Spenen van biggen, het blijft een delicaat proces. Om deze periode voor de biggen zo optimaal mogelijk te laten verlopen, geven we je graag alle tips en info mee die we verzamelden tijdens het demonstratieproject Optimaal speenmanagement: gerichte coaching naar een betere gezondheidsstatus. We overlopen de meest voorkomende ziektes, de risicopunten in de kraamstal en in de biggenafdeling en we leggen je uit hoe je je eigen management kunt beoordelen én verbeteren via het PDCA-principe (Plan-Do-Check-Act). Download de brochure en gebruik de tips om de gezondheidsstatus van jouw bedrijf nog te verhogen.
DOWNLOAD DE BROCHURE OPTIMAAL SPEENMANAGEMENT (pdf)
Met de steun van:
Project Optimaal spenen op West-Vlaamse varkensbedrijven |
Demonstratieproject Optimaal speenmanagement: gerichte coaching naar een betere gezondheidsstatus |
Samen naar meer weerbaarheid voor boer en varken (Midden West-Vlaanderen en Westhoek)
Westhoek en Midden West-Vlaanderen zijn beiden regio’s met een hoge densiteit aan varkens. Bovendien zijn er in beide regio’s naast de vele varkensbedrijven ook verschillende varkensslachthuizen en tal van toeleveringsbedrijven gevestigd. Dit zorgt voor heel wat varkens en varkens-gerelateerd transport. Vrachtwagens, maar ook dierenartsen, adviseurs of andere bedrijfsbezoekers rijden vaak van varkensbedrijf naar varkensbedrijf, wat grote risico’s op het vlak van bioveiligheid met zich mee kan brengen.
Begin 2021 startten Boerenbond, DGZ en Inagro samen twee nieuwe LEADER-projecten op, één in Midden West-Vlaanderen (Weerbare varkens en boeren in Midden West-Vlaanderen) en één in de Westhoek (Weerbaarheid in de Westhoek, van boer tot varken en terug). Beide projecten willen aandacht besteden aan het praktisch implementeren van de bioveiligheidsprincipes op het varkensbedrijf. Want hoewel het in theorie vaak logisch en eenvoudig is, is het in de praktijk niet altijd even evident om bioveiligheid op je eigen bedrijf toe te passen. Vaak bots je op praktische problemen of weet je niet goed waar juist te beginnen.
Verschillende varkenshouders geven dan ook aan dat ze zich zeer goed bewust zijn van het belang van bioveiligheid maar dat ze inderdaad in de praktijk niet altijd goed weten hoe ze dit op hun eigen bedrijf kunnen aanpakken. Bovendien signaleren varkenshouders dat het vaak moeilijk is om bezoekers van het varkensbedrijf bepaalde beperkingen op te leggen in het kader van bioveiligheid. Als die bezoekers bovendien een controlerende functie hebben of essentiële werken komen uitvoeren op het bedrijf, wordt dit extra lastig. Door in te zetten op begeleiding binnen het thema bioveiligheid in combinatie met tips en tricks omtrent communicatie, willen beide leaderprojecten niet alleen de weerbaarheid van het varkensbedrijf verbeteren, maar ook de communicatieve en mentale weerbaarheid van de varkenshouder zelf.
- Weerbaarheid van het varkensbedrijf:
Verbeteren van de bioveiligheid draagt niet alleen bij aan het verbeteren van de diergezondheid van de varkens maar heeft ook een duidelijk positief effect op de technische en economische resultaten. Binnen dit deel van het project zal ingezet worden op zowel collectief als individueel advies voor varkensbedrijven. Hierbij zal naast verdere sensibilisatie vooral gefocust worden op praktisch advies over hoe je de bioveiligheid op een bedrijf kunt verbeteren en hoe je de theorie toepast in de praktijk.
- Mentale weerbaarheid:
Bioveiligheidsregels opleggen aan derden is vaak moeilijk en vraagt een zekere assertiviteit. Via training in het insight principe, protocols en informatie omtrent je rechten en plichten als varkenshouder, willen we de mentale weerbaarheid van de varkenshouder mee ondersteunen.
- Communicatieve en publieke weerbaarheid:
Spijtig genoeg komt de intensieve varkenshouderij bij het brede publiek niet altijd even positief in beeld. Maar al te vaak ontstaan er conflicten, vaak als gevolg van onbegrip van beide zijden. Een goede communicatie is cruciaal. Hoe je dit aanpakt, zal via getuigenissen en workshops toegelicht worden.
Met alle workshops, advies op maat en voornamelijk digitale communicatie zullen deze leaderprojecten bijdragen aan de weerbaarheid van zowel varkensbedrijf als varkenshouder.
Contactpersonen:
- Boerenbond: Pieter-Jan Delbeke pieter-jan.delbeke@boerenbond.be
- Inagro: An Cools info.varkenshouderij@inagro.be
- DGZ: Charlotte Brossé charlotte.brosse@dgz.be
Afgelopen projecten Veepeiler Varken
Veepeiler Varken ondersteunt varkensbedrijven met tweedelijnsdiergeneeskunde en voert korte, praktijkgerichte onderzoeksprojecten omtrent een specifieke problematiek binnen de varkensgezondheidszorg. Van de projecten die werden afgerond vind je hieronder een verslag van de activiteiten en de belangrijkste conclusies.
Infectiestatus en verloop van Mycoplasma hyopneumoniae-infecties in fokgelten en zeugen in varkensbedrijven
In dit project ging Veepeiler na in welke mate aangekochte fokgelten en fokzeugen geïnfecteerd zijn met M. hyopneumoniae en in welke mate ze antistoffen hebben. Met deze info kunnen adaptatiemaatregelen (voor, tijdens of na quarantaine) geoptimaliseerd worden, met als doel het risico op overdracht van infecties van de zeugenstapel naar de biggen te verminderen.
Kreupelheid bij vleesvarkens: overzicht van mogelijke strategieën en het effect ervan
Het doel van dit project was om informatie te bundelen die Veepeiler verkreeg op bedrijven die begeleid werden in het kader van Veepeiler en die te kampen hadden met kreupelheid bij vleesvarkens of (op)fokgelten en deze vervolgens te communiceren naar de sector. Hiermee wou Veepeiler een antwoord bieden op de vraag naar mogelijke maatregelen die bedrijven kunnen nemen wanneer ze problemen hebben met kreupelheid bij de varkens.
>> Conclusie: Hoewel het erop lijkt dat er bij kreupelheid vaak ook een infectieuze oorzaak meespeelt, levert toch vooral de optimalisatie van voeder, huisvesting, drinkwater en het management in het algemeen de beste resultaten op.
Controle op reiniging en ontsmetting (R&O) van de varkensstal
In dit project konden de veehouder en zijn bedrijfsdierenarts nagaan of de compartimenten op het varkensbedrijf doeltreffend gereinigd werden door er afdrukplaatjes in te (laten) nemen. Daarnaast onderzocht Veepeiler ook de bacteriologische kwaliteit van het reinigingswater, liepen we het reinigingsprotocol na en trachtten we te achterhalen of dit geoptimaliseerd kon worden. Na het doorvoeren van eventuele aanpassingen konden opnieuw plaatjes genomen worden om het effect ervan na te gaan.
Het doel van het project was het reinigings- en ontsmettingsprotocol van de Vlaamse varkenshouder en het effect ervan in beeld te brengen, en de resultaten te vergelijken met die van een gelijkaardig Veepeilerproject van 5 jaar geleden. Daarnaast wilden we met dit project bewustwording creëren in de varkenssector over het belang van een goede reiniging en ontsmetting en de controle ervan.
>> Conclusie: De biggenafdeling scoort gemiddelde beter na reinigen en ontsmetten in vergelijking met kraamstalafdelingen. In beide afdelingen scoren hoger gelegen plaatsen zoals plafond, muur op ooghoogte en ventilatie en moeilijk te reinigen plaatsen zoals materiaal en voederbak slechter dan lager gelegen plaatsen zoals vloer en wandtussenschot. Bedrijven die hun protocol aanpasten slaagden erin een betere score van de afdrukplaatjes te bekomen. De belangrijkste maatregelen zijn het gebruik van inweekmiddel of ontsmetting en voor bedrijven die deze producten al gebruikten, het correct gebruik ervan. Dit houdt in een voldoende hoeveelheid, concentratie en inwerkingstijd en dit volgens de voorschriften van de fabrikant. De resultaten van dit project zijn volledig vergelijkbaar met de resultaten van het project in 2017.
Worden biggen PRRSV viremisch geboren?
In dit project zocht Veepeiler Varken uit of biggen die PRRSV positief zijn bij spenen, ook viremisch geboren worden. De deelnemende bedrijven konden via PCR-onderzoek aantonen dat biggen positief waren voor PRRSV kort na opzet in de biggenafdeling. Vervolgens konden de bedrijven 2 pools van “processing fluids” (vocht dat verkregen wordt uit gecoupeerde staartjes en castratiemateriaal) laten testen op de aanwezigheid van PRRSV aan de hand van een PCR-test. Hierna werden op een aantal bedrijven de risicofactoren opgespoord en werd samen met de varkenshouder en de bedrijfsdierenarts een plan van aanpak kan opgesteld, met als doel gezondere biggen te houden.
>> Conclusie: de resultaten worden verwerkt.
Inzicht in colostrumopname en biestbeleid
Met dit project wilden we inzicht brengen in de colostrumopname en het biestbeleid op Vlaamse varkensbedrijven. Met dit project wilden we inzicht brengen in de colostrumopname en het biestbeleid op Vlaamse varkensbedrijven. Bedrijven die aan dit project deelnamen vulden eerst een uitgebreide enquête in met vragen die betrekking hebben op het biestmanagement. Vervolgens werden eenmalig 5 zeugen bemonsterd en per zeug 6 eigen biggen (2 kleine biggen, 2 middelmatige en 2 grote biggen). De staalname werd uitgevoerd binnen de 7 dagen na het werpen. Voor deze 35 serummonsters werden de antistofconcentraties voor PCV2 bepaald. Door de resultaten tussen de zeugen en biggen te vergelijken kon een indicatie verkregen worden over de biestopname van de big.
>> Conclusie: de resultaten worden verwerkt.
Onderzoek naar de rol van porcien parvovirus bij Vlaamse biggen en vleesvarkens op PCV2-geassocieerde symptomen
Het Veepeileronderzoek dat voorafging aan dit project bevestigde al dat het aantal PCV2-positieve resultaten van PCR-onderzoek op bloed de voorbije jaren (van 2019 tot 2021) stijgt. Daarnaast blijkt dat er eveneens een stijging waar te nemen is in de virale lading van PCV2 in bloed dat onderzocht werd over deze jaren heen. In een vervolgonderzoek ging Veepeiler na of andere virale infecties (het porciene parvovirus en/of PCV2d) een rol speelden in deze stijging. Dit gebeurde door bloedmonsters waarin PCV2 teruggevonden werd te analyseren met behulp van de PathoSense.
>> Conclusie: De resultaten toonden een stijging aan van de totale hoeveelheid parvovirus wanneer de PCV2 PCR load stijgt. De stijging is waarneembaar voor de verschillende types parvovirus met uitzondering van parvovirus type 4 die geen enkele keer gedetecteerd werd bij een hoge PCV2 PCT load op PCR.
Onderzoek naar de oorzaken van zeugensterfte op Belgische varkensbedrijven
De laatste jaren is een forse toename in zeugensterfte waar te nemen. Naast een zeer grote economische kost voor de varkenshouder betekent dit ook een probleem in het kader van dierenwelzijn. Verder is het ook nadelig voor de motivatie en het welbevinden van de varkenshouder. In dit Veepeilerproject gingen we op zoek naar de oorzaken van zeugensterfte op Belgische varkensbedrijven. Dit onderzoek kan een eerste stap zijn naar het invoeren van meer gerichte controlemaatregelen met een vermindering van de zeugensterfte en een betere rendabiliteit van de bedrijven tot gevolg. De bedrijven die in dit project werden opgevolgd hadden een zeugensterfte van minstens 5%.
>> Conclusie: de resultaten worden verwerkt.
Onderzoek naar het belang van oorbijten in het ontstaan van oortopnecrose
Met dit project onderzochten we de rol van oorbijten en oorzuigen bij het optreden van oortopnecrose bij varkens. Hiervoor werd het oorbijten nauwgezet opgevolgd en gekwantificeerd (aantal keer bijten, duur van bijten). Er werd een vergelijking gemaakt tussen aangetaste en niet-aangetaste varkens, en tussen hokken met hoge en lage prevalentie van oortopnecrose. Dit gebeurde op drie verschillende varkensbedrijven waar meer dan 30% van de gespeende biggen last hebben van oortopnecrose.
>> Conclusie: Biggen in hokken met een hoge prevalentie van oortopnecrose vertoonden dubbel zoveel manipulaties aan de oren in vergelijking met biggen in hokken met een lage prevalentie van oortopnecrose. De manipulatie (sabbelen) van de oren begint vooraleer de eerste oorletsels zichtbaar worden en er is steeds een tijdspanne van ongeveer 2 tot 3 weken tussen de piek in manipulaties en de piek in letsels. Het aantal manipulaties heeft een sterker effect op het voorkomen van letsels dan de duur van de manipulaties. Er werd geen correlatie gevonden tussen stalklimaat en letsels of tussen de aanwezigheid van verschillende bacteriën/virussen en het voorkomen van de letsels. De resultaten tonen een significant effect aan van orale manipulatie op het voorkomen van oortopnecrose.