078 05 05 23

Hulp nodig?

  
Om de brucellosevrije status van ons land te bewaken, zijn rundveehouders verplicht om iedere abortus te laten onderzoeken. Voor dit onderzoek kunnen veehouders een beroep doen op het Abortusprotocol rundvee. 

Naast de officiële en verplichte onderzoeken op brucellose, omvat het abortusprotocol een reeks andere onderzoeken die de meest gangbare infectieuze oorzaken van abortus bij runderen opsporen, waarvan sommige ook potentieel gevaarlijk zijn voor de mens.

Omdat elke verwerping een financieel verlies betekent voor de veehouder, is het abortusprotocol een bijzonder nuttig instrument. Het protocol gaat namelijk op zoek naar de oorzaak van de abortus zodat je gepaste maatregelen kunt nemen om verdere schade te vermijden. 

Welke onderzoeken voorziet het abortusprotocol?

Tijdelijke aanpassingen aan het abortusprotocol voor rundvee en kleine herkauwers tot en met 31/12/2024

Het FAVV heeft beslist dat analyses in het kader van het abortusprotocol uitgevoerd door DGZ en ARSIA, gefinancierd door het FAVV, tot een minimum worden beperkt voor kadavers die na 4 oktober 2024 binnenkomen, en dit tot eind december 2024. Begin januari 2025 zal de situatie opnieuw geëvalueerd worden. Meer informatie hierover vind je in dit nieuwsitem.

Praktisch betekent dit dat vanaf 5 oktober 2024 het abortusprotocol volgende onderzoeken omvat:

Serum moederdier:

  • Brucellose antistoffen

Foetus (verworpen vrucht):

  • Autopsie
  • BVD-antigen ELISA-onderzoek via earnotch

Indien de foetus positief is voor BVD-antigen, wordt het serumstaal van het moederdier eveneens onderzocht op BVD-antigen.

Nageboorte:

  • Bacteriologisch onderzoek voor brucellose

Vrijblijvend kan je (tegen betaling) ook volgende analyses laten uitvoeren:

  • Abortus PCR (Anaplasma, Chlamydia, Leptospira)
  • Histologie Neospora (hart en hersenen) of PCR Neospora
  • Mineralen en vitamines zoals selenium, jodium, vitamine E en vitamine A
  • Immunoglobulines, IgM en SAA op thoracaal vocht van de foetus: deze zijn bij bacteriële abortussen beduidend hoger dan bij de niet-bacteriële abortussen.

De tarieven voor deze onderzoeken kun je aanvragen via onze helpdesk: helpdesk@dgz.be of tel.: 078 05 05 23.  

Wie financiert het abortusprotocol?

Het FAVV draagt de onderzoekskosten, net als de kosten voor de ophaling en het transport van de foetussen en bijbehorende monsters.

De monstername door de dierenarts wordt vergoed door het Sanitair Fonds.

Hoe interpreteer je de resultaten van het abortusprotocol?

Het is niet altijd evident om de resultaten van het abortusprotocol te linken aan een mogelijke oorzaak op het rundveebedrijf. Duiding voor de dierenarts is te vinden in het document "Aan de slag met de resultaten van het abortusprotocol".  

Het abortusprotocol concreet

Heb je op je bedrijf te maken met een abortus? Zet dan volgende stappen: 

  • Zonder het moederdier af van de rest van de kudde.
  • Neem contact op met je dierenarts zodat deze een bloedmonster en een stukje nageboorte kan nemen van het verworpen moederdier. Om de diagnosekans te verhogen, is het van belang om vers materiaal aan te bieden voor onderzoek.
  • Bewaar de foetus en de nageboorte in een afgesloten zak. Als je geen foetus of nageboorte kunt terugvinden, zal je dierenarts een vaginale swab van het moederdier nemen. 
  • De monsters moeten voorzien zijn van de volledige identificatie van het dier (BE + 8 cijfers).
  • De dierenarts vult ook de anamnesegevens aan op het analyse-aanvraagformulier. Bezorg dit formulier samen met de monsters aan DGZ. 
  • Vraag de ophaling van de foetus/monsters aan via het webformulier, of telefonisch via de helpdesk (tel. 078 05 05 23).