Vragen? Mail helpdesk [at] dgz [dot] be
of bel 078 05 05 23
Dierengezondheidszorg Vlaanderen
Snel naar
Identificatie van dieren en gebruik van oormerken
Elk kalf dat geboren wordt, moet ten laatste op het ogenblik van het merken - ten laatste 7 dagen na de geboorte - ingeschreven worden in het register (zie administratieve verplichtingen va de rundveehouder). Elk dier krijgt na de geboortemelding een uniek nummer dat zowel op het individueel identificatiedocument als op het oormerk vermeld staat. Ieder rund behoudt dit officieel oormerknummer levenslang. Het identificatiedocument bestaat uit 3 luiken, het paspoort: het vertrekluik en de strook met het sanitair vignet.
Oormerken
Elk kalf wordt, ten laatste op de leeftijd van 7 dagen, geïdentificeerd door het aanbrengen van officiële oormerken. Voor het merken van een kalf gebruikt men één paar oormerken (één voor elk oor). Beide oormerken zijn identiek en worden op hetzelfde moment aangebracht.
De verschillende types oormerken die u bij DGZ kunt aankopen, vindt u in onze prijslijst.
Voor het plaatsen van de oormerken, biedt elke fabrikant (Allflex, Merko en Metagam) ook een oormerktang aan. Oormerken en bijhorend plaatsingsmateriaal kunnen besteld worden met Veeportaal of met het bestelformulier. Houd bij uw bestelling rekening met een leveringstermijn van maximum 4 weken voor de kalveroormerken en van maximum 2 weken voor hermerkingsoormerken. Bestellingen geplaatst via Veeportaal worden doorgaans sneller geleverd.
> Meer informatie over het BVD-programma
Op regelmatige tijdstippen onderzoekt DGZ de beschikbare oormerktypes. Via dit onderzoek wil DGZ de veehouders helpen zodat zij een optimale keuze kunnen maken bij het bestellen van oormerken. Meer hierover vindt u in het verslag van dit onderzoek.
Hermerken van runderen
Ieder rund behoudt zijn officieel nummer levenslang. Wanneer een rund één oormerk verliest, dan vervangt de veehouder dit oormerk met een nieuw oormerk met hetzelfde nummer. Zo’n oormerk kan besteld worden met behulp van Veeportaal of met het bestelformulier. Een Romeins cijfer - het hermerkingsnummer - op dit nieuwe oormerk geeft aan hoeveel keer het oormerk vervangen is.
Het hermerken mag enkel gebeuren door de verantwoordelijke als hij in het bezit is van het identificatiedocument van het rund en indien het rund nog één conform oormerk draagt. Wanneer de verantwoordelijke het nieuwe oormerk ontvangt, dan is hij verplicht om dit binnen de 7 dagen te plaatsen. Indien hij dit wenst, kan hij hiervoor tegen betaling ook een beroep doen op een medewerker van DGZ.
Wanneer er zich in één oor of in beide oren een onleesbare of gebroken flap bevindt, dan kan de veehouder één of twee hermerkingsoormerken bijbestellen. Een veehouder mag zelf geen officiële oormerken verwijderen, maar kan hiervoor een beroep doen op een medewerker van DGZ.
Als op één van de twee flappen van het linker- of van het rechteroormerk het officieel oormerknummer nog leesbaar is, is dit een geldige identificatie. Dan is een bijbestelling van een hermerking niet verplicht.
Indien er twee nieuwe oormerken aangebracht moeten worden bij hetzelfde dier, dan dient dit te gebeuren door een medewerker van DGZ. na advies van het FAVV. Bij de bestelling van de oormerken, moet de verantwoordelijke het vakje ‘Beide’ aankruisen. Als een dier beide oormerken heeft verloren of als beide oormerken onleesbaar zijn, dient het dier onmiddellijk opgestald te worden en verwittigt de veehouder DGZ. Vervolgens komt een medewerker van DGZ ter plaatse om samen met de veehouder de identificatiedocumenten en de dieren na te zien om de identificatie van het dier te achterhalen. Hij brengt een voorlopig oormerk aan bij het dier zonder oormerken. De medewerker van DGZ maakt een verslag dat hij bezorgt aan het FAVV voor advies. Na gunstig advies door het FAVV, komt een DGZ-medewerker de oormerken plaatsen.
Wanneer een medewerker van DGZ ter plaatse komt, dan zijn de kosten hiervoor ten laste van de veehouder.
Elektronische oormerken
Elektronische oormerken maken het mogelijk om te voldoen aan de vereisten voor dieridentificatie en kunnen terzelfdertijd een alternatief zijn voor transponders om dierherkenning mogelijk te maken in geautomatiseerde systemen binnen de veehouderij. Denk maar aan gestuurd koeverkeer, herkenning bij melkautomaten, voederautomaten, etc. Elektronische oormerken beschikken namelijk over een ingebouwde chip die de functie van dierherkenning overneemt die op vandaag via een transponder rond de nek of poot gebeurt.
Door de ingebouwde chip is er een visueel verschil merkbaar tegenover een traditioneel oormerk. Het vrouwelijk oormerkdeel bij elektronische oormerken bestaat namelijk uit een dikkere zwarte kop, het mannelijke deel van het oormerk daarentegen is een stuk korter dan bij het klassieke oormerk en wordt bevestigd aan de achterzijde van het oor.
Bij gebruik van elektronische primo-oormerken, komen de huidige verplichtingen waaraan voldaan dient te worden binnen het geldende BVD-programma niet in het gedrang. Naast het elektronische oormerk blijft het tweede oormerk het gekende, BVD-oormerk.
Het elektronische oormerk kan enkel en alleen geplaatst worden met de rode universele TTU-tang van de firma Allflex, meer bepaald door het zwarte opzetstuk te verwijderen. Het niet-elektronische oormerk kan met de huidige BVD-tang geplaatst worden.
Bij interesse is aangewezen dat veehouders die op elektronische oormerken willen overschakelen, in eerste instantie contact opnemen met de leverancier van het systeem dat de dieren via elektronische oormerken moet kunnen herkennen. Niet elk systeem (melkrobot, kalverdrinkautomaat,…) van elke fabrikant is immers voorzien om op deze manier te werken.
Meer info omtrent de omschakeling naar elektronische oormerken kan u via deze link terugvinden.