Tussen 16 juni en 19 september 2025 is onze helpdesk elke werkdag telefonisch te bereiken van 8.30 tot 14.00 uur. 
Uiteraard kun je ons ook altijd een mail sturen of ons bereiken via het contactformulier op onze website.
De openingsuren van het loket en onthaal blijven ongewijzigd: die zijn elke werkdag open van 8.30 tot 17.00 uur. 

078 05 05 23

Welke dieren moeten bemonsterd worden en hoe gebeurt dit?

Minstens alle lacterende dieren moeten individueel bemonsterd worden. Bij inschrijving kies je tussen volgende twee bemonsteringswijzen: 

  1. Je laat alle bemonsteringen uitvoeren door je dierenarts. DGZ zendt bij het begin van het werkjaar of binnen de week na inschrijving, per e-mail een bemonsteringslijst naar de bedrijfsdierenarts en de veehouder. Zo weet de dierenarts welke monsters hij of zij moet afnemen.
       
  2. Je laat de onderzoeken van de lacterende koeien uitvoeren op je IMA-koemelkmonsters (Individuele Melk Analyse MCC) of MPR-koemelkmonsters (melkproductieregistratie CRV). Andere runderen kan je laten bemonsteren door je dierenarts.

Wanneer moeten de monsters genomen worden?  

De monsters worden jaarlijks of tweejaarlijks serologisch onderzocht, afhankelijk van het opvolgingsniveau van het deelnemende beslag:

  • Niveau A: bedrijf met een laag risico op aanwezigheid van ziektekiemen in de melk: tweejaarlijks.
  • Niveau B: bedrijf met een gematigd risico op aanwezigheid van ziektekiemen in de melk: jaarlijks.
  • Niveau C: bedrijf met een risico op aanwezigheid van ziektekiemen in de melk: jaarlijks. 
    Opgelet: een C-bedrijf kan bij de eerstvolgende onderzoeken geen beroep doen op financiële steun van het Sanitair Fonds.

Alle monsters worden afgenomen en aan het onderzoekende laboratorium afgeleverd tussen 1 november en 30 april van het lopende werkjaar. Bemonsteringen kunnen gespreid worden over de volledige bemonsteringsperiode. Hierdoor kan je bemonsteringen voor paratuberculose eventueel combineren met andere bemonsteringen.

Hoe lever je de monsters af in het laboratorium? 

De monsters moeten vergezeld zijn van het aanvraagformulier 'aanvraag onderzoek herkauwers' met vermelding ‘PARATB-SCREENING’. De afgeleverde monsters moeten ook eenduidig geïdentificeerd zijn met de volledige werknummers (inclusief landcode) van de betrokken runderen.

Wanneer wordt het opvolgingsniveau voor je beslag bepaald? 

Op basis van de onderzoeksresultaten wordt het opvolgingsniveau voor je beslag bepaald: A, B of C. Dit gebeurt vanaf juni.

Deelnemers die vóór het einde van de bemonsteringsperiode reeds alle dieren hebben bemonsterd én volledig seronegatief zijn of alle seropositieve dieren hebben opgeruimd, kunnen indien gewenst ook vroeger hun opvolgingsniveau laten bepalen. Dit op eenvoudige vraag via de helpdesk van DGZ: tel. 078 05 05 23 of e-mail helpdesk@dgz.be.